Amsterdam, Utrecht en Almere gaan een onderzoek doen naar de toeslagenaffaire. De gemeenten willen van de affaire leren om zo de dienstverlening aan hun inwoners te kunnen verbeteren. Dat melden wethouders uit Utrecht en Amsterdam in een brief aan hun gemeenteraad.
In de toeslagenaffaire werd een grote groep ouders door de Rijksoverheid ten onrechte aangemerkt als fraudeur. Zij moesten enorme bedragen aan ontvangen toeslagen terugbetalen. Veel van hen kwamen daardoor in grote problemen. Zij verloren bijvoorbeeld hun woning, hun relatie liep stuk en sommigen konden daardoor ook niet meer voor hun kinderen zorgen.
Hoewel de gemeenten geen verantwoordelijkheid hebben in de toeslagenaffaire, hebben zij wel een rol in de ondersteuning van hun inwoners. “Nu het zo mis is gegaan met zoveel ouders, vraagt dit ook ons om goed te kijken naar wat er gebeurd is. We willen hiervan leren”, zo staat in de brief.
De gemeenten willen zorgen dat signalen over “knellende problematiek” van hun inwoners, bijvoorbeeld over onterechte behandeling of hardvochtig fraudebeleid, op een goede manier herkend en opgepakt worden. “Het onderzoek richt zich hiermee op verbeteringen in de toekomst, maar haalt ook bij professionals op welke ondersteuning er nu nodig is voor groepen die problemen hebben als gevolg van overheidshandelen.”
Het onderzoek volgt na een motie die in november in de Amsterdamse gemeenteraad werd aangenomen, waarin het stadsbestuur werd gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de gevolgen van te streng fraudebeleid. De onderzoeksvragen worden in Amsterdam, Utrecht en Almere onderzocht. De gemeenten Den Haag en Rotterdam volgen het onderzoek en doen mee aan een klankbordgroep.
Verder heeft de brancheorganisatie Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVKK) zich aangesloten bij het onderzoek. Ook jeugdbeschermingsorganisaties hebben aangegeven interesse te hebben om zich aan te sluiten.
De studie begint in februari en is naar verwachting in het derde kwartaal van dit jaar afgerond.