In de eerste helft van dit jaar kregen meer dan 485.000 mensen hulp bij het huishouden betaald uit de Wmo-pot, bedoeld voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het aantal is 27 procent hoger dan in de eerste helft van 2019, becijferde statistiekbureau CBS.
Tot en met 2018 hanteerden de meeste gemeenten een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor het gebruik van een Wmo-voorziening, maar vanaf 2019 betaalt iedereen 19 euro per maand. De gebruikers zijn veelal boven de 60. De 60-plussers zijn over de periode in kwestie ook in aantal toegenomen, namelijk met 8 procent.
Sinds de invoering van het zogenoemde abonnementstarief is het aantal gebruikers van huishoudelijke hulp verdubbeld onder de mensen die een inkomen hebben van meer dan 40.000 euro bruto. Het gebruik door cliënten uit de middeninkomensgroepen (met 20.000 tot 40.000 aan inkomen) steeg zelfs met twee derde. De klandizie van mensen met minder dan 20.000 euro veranderde met 5 procent maar weinig.
In totaal kregen dik een miljoen mensen een vorm van ondersteuning thuis via de Wmo, telde het CBS, en dat is 10 procent meer dan in 2019. Het gaat hier niet alleen om huishoudelijke hulp, maar ook om vormen van begeleiding en voorzieningen als een traplift of rolstoel.