Jongvolwassenen (18-27 jaar) zitten meer dan gemiddeld in een kwetsbare financiële situatie. Bijna 40 procent geeft aan dat ze maandelijks moeilijk rondkomen. Ook komt bij een derde van de werkende jongvolwassenen niet elke maand hetzelfde inkomen binnen. Iets meer dan een kwart heeft vaak geen geld voor dingen die echt nodig zijn.
Met hun uitgaven gaan ze anders om dan 30-plussers. Zo koopt een kwart van de jongvolwassenen regelmatig iets waar ze eigenlijk geen geld voor hebben. Van de 30-plussers doet slechts 12 procent dat. Dat blijkt uit een aanvullende analyse die het Nibud in opdracht van Rabobank heeft gedaan op onderzoeksdata uit 2022.
Veruit de meeste jongvolwassenen sparen. Van de Nederlanders boven de 30 jaar spaart 82 procent. Bij jongvolwassenen is dit maar liefst 91 procent. Toch betekent dit niet dat zij altijd voldoende voorbereid zijn om financiële verrassingen op te vangen. Zo spaart 1 op de 4 minder dan de door het Nibud aanbevolen 10 procent van het inkomen. Een vergelijkbaar deel geeft bovendien liever geld uit dan het te bewaren voor onverwachte uitgaven. Een vijfde leent daarnaast liever voor een aankoop dan ervoor te sparen. Meer dan 30-plussers focussen jongvolwassenen zich op vandaag en niet op morgen en vaker dan 30-plussers doen zij dingen zonder er goed over na te denken.
Het Nibud herkent het beeld dat uit de resultaten naar voren komt. De financiële situatie van jongeren is instabieler dan de omstandigheden van veel 30-plussers. Dit is begrijpelijk, vooral voor jongvolwassenen die nog thuis wonen, maar het is belangrijk om de potentiële risico’s hiervan te herkennen. Verantwoord financieel gedrag kan problemen helpen voorkomen. Een grote steun daarbij is een stabiel financieel leven met zo min mogelijk wisselende inkomsten en meer zekerheid op het gebied van bijvoorbeeld wonen.