De rechtbank oordeelt dat het UWV een werkgever niet langer een werkvergunning voor een asielzoeker mag weigeren, wanneer een asielzoeker daardoor meer dan 24 weken per jaar zal werken. Met de huidige regeling mogen asielzoekers meer dan de helft van een jaar geen werkzaamheden verrichten. Daardoor hebben asielzoekers 28 weken per jaar geen toegang tot de arbeidsmarkt. Deze volledige beperking tijdens het overgrote deel van het jaar is volgens de rechtbank in strijd met het (Unierechtelijk) doeltreffendheidsbeginsel.
Een asielzoeker met een werkvergunning werkte 24 weken voor de werkgever. Zowel de asielzoeker als zijn werkgever wilden met elkaar verder na het verstrijken van het dienstverband. Het UWV wees de aanvraag voor een nieuwe werkvergunning af, omdat de werknemer dan meer dan de maximaal toegestane 24 weken in een periode van 52 weken zal werken. Na 28 weken wachten ging de werknemer opnieuw aan de slag voor de werkgever met een verleende werkvergunning door het UWV. Ook een nieuwe werkvergunning wees het UWV na deze 24 weken af. Volgens de werkgever en de werknemer is de Nederlandse regelgeving in strijd met de Europese opvangrichtlijn. Daarom vragen ze de rechtbank om een uitspraak.