Een kwart van de automobilisten in Nederland komt financieel knel te zitten door de nog altijd torenhoge brandstofprijzen, meldt de ANWB op basis van een peiling onder ruim 1300 leden. Volgens de belangenorganisatie gaat het om een representatieve peiling.
De organisatie wil dat de eerder doorgevoerde accijnsverlaging van kracht blijft om te voorkomen dat grote groepen mensen in hun mobiliteit worden beperkt. Ruim 30 procent van de ondervraagden zegt geen alternatief te hebben voor de auto om naar het werk te gaan. “Deze groep wordt door de hoge benzineprijzen extra zwaar geraakt”, aldus de ANWB. Voor een grote groep mensen is het openbaar vervoer of de (elektrische) fiets geen optie vanwege de veel langere reistijd.
Uit de peiling komt ook naar voren dat bijna 60 procent van de leden de auto vaker laat staan door de hoge brandstofprijzen. “Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zijn de brandstofprijzen enorm gestegen. Dit heeft grote invloed op het autogebruik van Nederlanders”, aldus de ANWB.
Eerder dit jaar besloot het kabinet om de accijns op benzine per 1 april tot en met eind december met 17 cent per liter te verlagen. Ook de accijns op diesel en LPG werd verlaagd. Voor de verlaging bedroeg het vaste bedrag aan accijns op een liter benzine 83,2 cent. Nederland is koploper in Europa. De verlaging van de accijns brengt daar geen verandering in.