Het passend onderwijs, dat kinderen met bijvoorbeeld een handicap of ernstige dyslexie ondersteunt, wordt op 25 punten aangescherpt. Zo krijgen leerlingen en ouders meer te zeggen over de begeleiding en krijgen ouders betere informatie. Dat schrijft onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
Ook moeten scholen zich beter aan de zogeheten zorgplicht houden. Als zij niet de ondersteuning kunnen bieden die een leerling nodig heeft, zijn ze verplicht een andere school te vinden die dat wel kan. Volgens de Onderwijsinspectie zitten duizenden kinderen thuis, omdat voor hen niet de juiste begeleiding gevonden wordt. Ouders worden beter geïnformeerd over de rechten die ze op dit gebied hebben, schrijft Slob.
Daarnaast moeten de hoge financiële reserves die nog op de plank liggen bij de samenwerkingsverbanden, die het passend onderwijs organiseren, grotendeels worden weggewerkt. De samenwerkingsverbanden krijgen tot en met januari 2021 de tijd om hier een plan voor te maken. Scholen die dit niet lukt, krijgen vanaf het schooljaar 2021-2022 minder budget.
Verdere maatregelen zijn een landelijke norm om regionale verschillen tegen te gaan en een jaarlijkse vaststelling van het onderwijsaanbod. Eerder gebeurde dit eens in de vier jaar.
Slob vindt dat het “nog niet overal gaat zoals we willen”, ondanks eerdere verbeteringen die zijn doorgevoerd. Uit een evaluatie van het passend onderwijs blijkt dat problemen ontstaan bij complexere gevallen. Het regent al jaren klachten over de speciale onderwijsvorm. Niet alleen kinderen en ouders, maar ook leraren klagen erover, omdat het vaak ontbreekt aan voldoende tijd, geld en deskundigheid.