Steeds meer mensen in Nederland krijgen een onvolledige AOW-uitkering. Mensen die op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen of (tijdelijk) in het buitenland hebben gewoond of gewerkt, hebben doorgaans namelijk geen recht op een volledig basispensioen van de overheid.
Volgens de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de uitkeringen, kregen er in het tweede kwartaal van dit jaar ruim 677.000 mensen een onvolledige AOW. Dat waren er circa 5000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar en daarmee stegen de onvolledige pensioenen relatief sneller in aantal dan de volledige pensioenen. De SVB keerde afgelopen kwartaal in totaal AOW uit aan 3.558.871 mensen, oftewel ruim 12.000 meer dan in het tweede kwartaal van 2022. Het totaalaantal AOW’ers laat door de vergrijzing al langer een stijgende lijn zien.
Bijna een tiende van alle AOW-gerechtigden woont overigens niet in Nederland. Het gaat om zo’n 330.000 ouderen. Zij wonen voornamelijk in buurlanden. Bijna 64.000 Nederlandse AOW’ers zijn bijvoorbeeld woonachtig in België en meer dan 48.000 in Duitsland. Verder wonen er in Canada en Australië nog altijd veel AOW’ers. Daar gaat het respectievelijk om bijna 12.500 en een kleine 11.500 mensen. De SVB wijst erop dat er na de Tweede Wereldoorlog veel Nederlanders naar deze landen zijn geëmigreerd.
Uit de cijfers komt verder naar voren dat ruim zeven op de tien AOW-gerechtigden jonger is dan 80 jaar. Slechts iets minder dan 3000 AOW’ers zijn ouder dan 100. Verder zijn vrouwelijke ontvangers van de uitkering in de meerderheid. Volgens de SVB is van alle AOW-gerechtigden 53,4 procent vrouw en 46,6 procent man. Dit verschil komt doordat vrouwen over het algemeen ouder worden dan mannen.