Jongeren tot 21 jaar in de bijstand lopen een hoog risico om langdurig financieel in de knel te komen. Vooral als hun ouders hen niet financieel kunnen ondersteunen of begeleiden. Dat schrijft de Nationale ombudsman in zijn rapport Watertrappelen in de bijstand. Hij onderzocht de (financiële) knelpunten van deze jongeren.
Jongeren tot 21 jaar vormen in de bijstand een bijzondere groep. Zij hebben een zeer lage uitkering, omdat hun ouders nog verantwoordelijk zijn voor de kosten van verzorging en opvoeding. Wanneer ouders dat niet doen, of niet kunnen, moeten gemeenten de bijstand aanvullen. Maar niet alle gemeenten doen dat voldoende. Jongeren in de bijstand komen hierdoor in de knel.
De Nationale ombudsman concludeert dat jongeren tegen diverse knelpunten aanlopen in wet- en regelgeving, zoals de verplichte zoektermijn. Daarnaast is (deeltijd) werken vanuit de bijstand onnodig ingewikkeld en niet altijd lonend. De ombudsman wijst in zijn rapport ook op praktische problemen. Zo is de (weg naar de) bijstandsprocedure te ingewikkeld en ontbreekt het aan snelle, eenvoudig te begrijpen informatie over de bijstand. De manier van informeren en de begeleiding vanuit gemeenten sluiten niet altijd aan op de behoeften van jongeren. Bovendien is het beleid er niet op gericht dat jongeren vanuit de bijstand een opleiding volgen. Al helemaal niet als ze in de schuldhulpverlening zitten. Dan gaat werken vóór studeren. Terwijl juist een studie ervoor kan zorgen dat jongeren niet alleen uit de bijstand komen, maar er ook niet meer in terugvallen.
Reinier van Zutphen: “Ik vind het onbegrijpelijk dat jongeren met een dringende behoefte aan financiële hulp, vier weken moeten wachten voor toelating tot de bijstand. Ik roep de betrokken partijen op om de verplichte zoektermijn niet meer toe te passen. En de bijstandsuitkering voor jongeren zonder ouderlijk vangnet áltijd aan te vullen tot het sociaal minimum.” De ombudsman beveelt ook aan dat gemeenten meer inzetten op duurzame uitstroom uit de bijstand. En dat jongeren meer proactief en begrijpelijk worden geïnformeerd en goede (financiële) begeleiding krijgen.
In 2021 besloot de Nationale ombudsman om bijzondere aandacht te besteden aan de financiële problemen van verschillende groepen sociale minima. Dit onderzoek is het derde in de reeks van drie onderzoeken. Op Wereldarmoededag publiceerde hij de reflectie Sociale minima in de knel, met daarin de overkoepelende problemen uit de drie onderzoeken en suggesties voor oplossingen. De ombudsman houdt voortdurend aandacht voor burgers die financiële problemen hebben en afhankelijk zijn van de overheid.