De voorgestelde wijzigingen in het stelsel voor studiefinanciering houden te weinig rekening met gezinnen met inkomens rond anderhalf keer modaal (ong. € 55.000). Dat vindt het Nibud.
Het kabinet wil hbo- en wo-studenten vanaf volgend collegejaar weer een basisbeurs geven. In dit voorstel krijgen thuiswonenden € 91 per maand en uitwonenden € 255. Ook kunnen studenten een aanvullende beurs krijgen van maximaal € 419, afhankelijk van het inkomen van hun ouders.
Het Nibud zou graag zien dat de aanvullende beurs beter aansluit bij wat ouders redelijkerwijs kunnen bijdragen aan de studie van hun kinderen. Ook pleit het Nibud ervoor dat de basisbeurs aansluit bij de beurs die mbo-studenten krijgen en dat er een inflatiecorrectie wordt toegepast.
De huidige voorstellen vragen te veel van ouders. Dit blijkt uit berekeningen van het Nibud, waarbij is gekeken naar twee voorbeeldhuishoudens waarvan het ene een modaal inkomen heeft en het andere anderhalf keer modaal. Het Nibud ziet dat zij het financieel gezien dusdanig zwaar hebben, dat het ook met de voorgestelde basis- en aanvullende beurs moeilijk blijft om hun kinderen financieel te steunen bij hun studie.
Het huidige leenstelsel veronderstelt dat ouders die draagkrachtig zijn, meebetalen aan de studie van hun kinderen (vrijwillige ouderbijdrage, vergelijkbaar met de hoogte van de aanvullende beurs). Volgens het Nibud is dit financieel gezien niet op te brengen. Als deze huishoudens dit bedrag aan hun kinderen willen geven, zijn ze bijna 10 procent van hun inkomen kwijt. Deze ouders hebben geen ruimte in hun budget om hun studerende kinderen maandelijks te ondersteunen. Tegelijkertijd komen deze studenten door het inkomen van hun ouders niet in aanmerking voor een volledige aanvullende beurs.
Het Nibud zou graag zien dat de basisbeurs aansluit bij het de bedragen die studenten op het mbo krijgen, en dat daarbij een inflatiecorrectie wordt toegepast. Op dit moment krijgen thuiswonende mbo-studenten € 88,48 en uitwonenden € 288,77. De nieuwe voorgestelde bedragen voor het hoger onderwijs wijken hier vanaf en het Nibud ziet geen reden waarom er verschillen tussen mbo- en ho-studenten zouden moeten worden gemaakt.