Alle Amsterdammers die in de bijstand zitten en daarnaast werken, krijgen een zogenoemde bijverdienpremie van maximaal 219 euro per maand. De regeling werd vanaf 1 maart 2021 ingevoerd en loopt door tot in elk geval 31 december 2023, zo maakte de gemeente woensdag bekend.
De premie moet bijstandsgerechtigden stimuleren om (parttime) aan het werk te gaan, aldus wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken). Uit een proef die de hoofdstad sinds februari 2018 deed met 5000 mensen bleek dat de uitstroom naar werk van deelnemers twee keer zo hoog was, vergeleken met bijstandsgerechtigden die niet deelnamen aan het experiment.
Mensen met een bijstandsuitkering gebruiken de premie vooral voor het aflossen van schulden, achterstallige betalingen en vaste lasten, zoals huur, verzekeringen en abonnementen, zo blijkt volgens de gemeente uit interviews.
“Een behoorlijke groep mensen in de bijstand werkt parttime of zou dat willen”, aldus Groot Wassink. “Met de premie kunnen we de bestaanszekerheid van mensen versterken omdat ze er meer aan overhouden. Daarnaast helpt het mensen om regulier aan het werk te komen en sneller de bijstand uit te stromen.”
Bijstandsgerechtigden krijgen 30 procent van hun inkomsten uit werk als premie betaald, tot een maximum van 219 per maand. Twee keer per jaar wordt de premie uitbetaald, in juni en november.