De gemeente is verplicht om regelmatig te overleggen met mensen die bijstand ontvangen of hun vertegenwoordigers. Hoe dit overleg er uitziet, moet de gemeente vastleggen in de Verordening cliëntenparticipatie. In de praktijk zal de gemeente er voor kiezen om te overleggen met een kleine vertegenwoordiging en niet met iedereen persoonlijk. Alle deelnemers moeten onderwerpen voor dit overleg kunnen indienen. Daarnaast moeten zij genoeg informatie krijgen om goed aan het overleg te kunnen deelnemen.
In de Verordening cliëntenparticipatie is meestal te vinden:
De vorm van het overleg | Hier vindt u of er een cliëntenraad in de gemeente is of dat er op een andere manier overleg plaatsvindt. |
---|---|
De samenstelling van het overleg | Hier vindt u hoe veel leden het overleg heeft en wat hun achtergrond is. |
Hoe de leden benoemd en ontslagen kunnen worden | Vaak wordt hier ook de maximale zittingsduur van de leden vermeld. |
Hoe vaak er overleg plaatsvindt | Hier wordt ook vermeld hoe vaak er een vergadering met de gemeente is. |
Hoe het overlegorgaan te bereiken is | Hier vindt u het correspondentieadres en meestal ook een contactpersoon. |
Het is mogelijk dat de gemeente andere dingen in de verordening heeft staan. Wat de gemeente heeft bepaald over het overleg met de cliënten kunt u vinden onder “Cliëntenraad”.